Werkpak
Wat draag je naar je werk? En waarom? Deze week Meesteres Manita (49). Voor 200 euro per uur neemt ze slaven en masochisten onder handen. De baas spelen heeft ze altijd leuk gevonden. Haar werkpak geeft haar een gevoel van macht.
door Raoul de Jong, 8 november 2016
Gevoel van macht
Manita houdt van leer. Lak en latex vindt ze niks, het plakt en is zweterig. Leer voelt fijn en kraakt lekker, de klanten vinden dat leuk. Net als het geluid van hakken. Ze heeft topjes, broeken, jurken, rokken, vesten. Hoeveel weet ze niet, ze is de tel kwijt. Het overgrote deel is in het zwart. Waarom? Ze haalt haar schouders op: „Ja, dat hoort er bij, hè? Dat is dat duistere.” Zonder haar werkpak is Manita een vrolijke, innemende vrouw, maar, lacht ze, „in mijn outfit is het ineens een heel ander verhaal.”
Manita is SM-Meesteres, of zoals dat heet in sm-kringen: een Domina. Om privacyredenen wil ze niet met haar achternaam in de krant. Ze heeft een eigen studio op een boot in Zaandijk, waar ze voor 200 euro per uur klanten onder haar handen neemt: slaven en masochisten. Ze legt uit: „Slaven willen vaak regeltjes, masochisten willen graag pijn.” Masochisten vindt ze het leukst, uiteraard.
Duister kantje
Manita begon veertien jaar geleden, toen ze een advertentie onder ogen kreeg: ‘Domina gezocht.’ Ze reageerde en ging in opleiding bij de bekende Meesteres Maxime. Na anderhalve week mocht ze zelfstandig aan de slag. „Ik heb het altijd leuk gevonden om de baas te spelen”, zegt ze. Bovendien deed ze al jaren aan balsport. „Richtingsgevoel is handig bij het slaan.”
Haar jongste klant is begin twintig. Haar oudste klant had ze tot zijn dood, een tachtiger. Vroeger kon je ervan leven, vertelt ze. Maar sinds de crisis weet je nooit hoeveel klanten je hebt per maand.
Soms vragen klanten om het vervullen van een specifieke fantasie, maar haar werkpak gebruikt ze niet om een karakter te spelen, ze gebruikt het omdat het haar een gevoel van macht geeft. Thuis doet ze haar make-up op, in de studio kleedt ze zich om. Elke eerste sessie begint met het invullen van een vragenlijst. Daarna krijgt de klant hand- en voetboeien en een halsband om en dan, lacht ze, „zijn ze klaar voor gebruik.”
Voordat Manita Meesteres werd, werkte ze als bloemist. Het tegenovergestelde, zou je denken. Maar volgens Manita is dat niet zo: „In beide beroepen schik je, kijk je en gebruik je je creativiteit om te zien waar de situatie om vraagt.” Als bloemist deed ze het met bloemen, als Meesteres doet ze het met touwtjes, zweepjes, naalden en tepelklemmen. „Het doel is dat we allebei met een vrolijk en opgeruimd gevoel naar huis gaan. Daarna kun je de hele wereld weer aan.”
Misschien hebben heel veel mensen een duister kantje, maar wordt dat duistere kantje pas gevaarlijk als het er niet mag zijn. Dat is het mooie aan Manita: ze is niet bang voor het donker, waardoor het donker iets is waar ze om kan lachen en zelfs plezier aan beleeft. Haar werk heeft haar minder geagiteerd gemaakt in het dagelijks leven. „Iedereen zou het eens moeten proberen.”
Bovenstaand artikel is op 8 november 2016 gepubliceerd in het NRC